Onlangs sprak ik een manager P&O, Sylvia. Ze werkt nu een paar jaar bij deze rijksdienst en heeft het enorm naar haar zin.
Ik vraag haar hoe het gaat. Er valt een stilte. Dan vertelt Sylvia dat ze het heel druk heeft, eigenlijk te druk. Ze neemt een diepe zucht: ‘Ik ren van hot naar her. Van het ene overleg naar de volgende vergadering. Ook belangrijk, maar dit was niet wat ik wilde toen ik naar deze baan solliciteerde. Ik wil met mijn team en mijn mensen aan de slag. Bezig met hun ontwikkeling en hoe we de organisatie kunnen helpen en samen verder komen’. Het is haar aan te zien dat ze het te druk heeft. Haar ogen staan verdrietig. Ik voel met haar mee. Het is zo herkenbaar.
Sta je er alleen voor
‘Moet je alles zelf doen’ vraag ik aan haar. ‘Nee, natuurlijk niet’, reageert Sylvia. ‘Ik wil heel graag bepaalde taken overdragen aan mijn medewerkers. Eigenlijk wilde ik dat acht maanden geleden al, maar toen waren ze er nog niet aan toe. We waren druk bezig om meer structuur aan te brengen om zo meer duidelijkheid te krijgen. Daarna hebben we een onderzoek gedaan naar wat onze klanten willen en nu zijn we bezig hoe we dat het beste kunnen aanpakken. En of mijn mensen er nu aan toe zijn, dat weet ik niet. Ik wil heel graag bepaalde klussen overdragen, maar ik wacht even op het goede moment. Als alles perfect is, dan draag ik het over’.
Het perfecte moment
Ik wacht rustig af tot Sylvia klaar is met haar verhaal. Dan vraag ik haar ‘Wie is er niet aan toe. Zijn jouw medewerkers er niet aan toe, of ben jij er eigenlijk nog niet aan toe?’ Eerst kijkt ze me vragend aan, dan valt het kwartje en begint ze te lachen. Steeds harder en uitbundiger. Als ze uitgelachen is zegt ze ‘Oeps, je slaat de spijker op z’n kop’.
‘Het perfecte moment komt namelijk nooit’, zeg ik. ‘Er is altijd wel iets wat beter kan. En stel je eens voor dat alles perfect is, dan kun je niet doen wat je het liefste wilt, namelijk met de ontwikkeling van je mensen aan de slag’. ‘Als je het zo bekijkt’, reageert Sylvia, ‘dan ben ik eigenlijk degene die het tegenhoudt, terwijl ik het ook zo graag anders wil. Grappig, zo had ik het nog niet bekeken. Ik merk wel dat dat ik buikpijn krijg bij de gedachte om het los te laten, maar ik ga ermee aan de slag. Zo kan het namelijk niet langer’.
Eigenaarschap
Ik ken meer managers die het lastig vinden om taken of de inhoud los te laten en door hun medewerkers te laten doen. Met als gevolg dat ze het altijd te druk hebben, veel te druk. Zodat ze niet toekomen aan zichzelf, of het ten koste gaat met hun gezondheid. Veel managers zeggen dat hun medewerkers het niet kunnen, of niet willen, of veel fouten zullen maken, of niet begrijpen hoe gevoelig het ligt.
Waar deze gedachte vandaan komt, weet ik niet. Het lijkt wel alsof deze managers diep in hun hart hun medewerkers niet vertrouwen. Maar ik ken geen enkele professional die ’s morgens denkt: ‘wat zal ik vandaag eens in de soep laten lopen’. Integendeel, professionals houden van hun vak en willen er elke dag een succes van maken. Het is hun eer te na om fouten te maken. En als er iets fout gaat, dan lossen ze het op. Eigenaarschap is de grondhouding van elke professional.
Hoe krijg je professionals
Ik zie niet alleen Sylvia, maar ook andere HR-directeuren en managers P&O die last hebben van tijdgebrek en die bepaalde werkzaamheden willen overdragen aan hun medewerkers. Maar hoe zorg je ervoor dat (HR-) medewerkers zich ondernemend opstellen, pro-actief handelen en verantwoordelijkheid nemen voor hun werk, oftewel eigenaarschap tonen.
Eigenaarschap bereik je niet van de ene op de andere dag. Voor eigenaarschap is een voedingsbodem nodig gebaseerd op vakmanschap en vertrouwen. Je kunt vandaag al beginnen met het zetten van de eerste stappen. Deze stappen zijn:
- het geven van (regel)ruimte (en zelf loslaten);
- het maken van resultaatgerichte afspraken (en niet sturen op aanwezigheid).
Meer weten?
Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust contact met me op. Bel me op 06 – 22 43 33 69 of stuur een mail.
No comments yet.