Het motorseizoen gaat weer van start. Ik vind het heerlijk om weer te toeren door Nederland. Met de motor rijd ik anders dan met de auto. En wat nog veel belangrijker is, ik kijk als ik motorrijd anders naar de omgeving en naar de weg. En ineens viel mij de gelijkenis op tussen het kijken tijdens het motorrijden en kijken naar de organisatie als je je doelen wilt bereiken.
Anders kijken
Op de motor ben je veel kwetsbaarder dan in de auto. Daarom leer je om op een andere manier naar het verkeer te kijken. Je leert dat je ver vooruit moet kijken. Zo ver als mogelijk is. Of tot de volgende bocht. Zo zie je hoe de weg erbij ligt. Strak asfalt of hobbelige klinkers. Daarna kijk je weer dichterbij. Welke andere weggebruikers zijn er. Is er een fietspad of fietsen de fietsers op de weg. Spelen er kinderen langs de weg. En vooral: zijn er loslopende honden die ineens de weg oprennen? Je bent je veel meer bewust van de mogelijke gevaren. Je probeert rekening te houden met de risico’s. Dan ben je bij de bocht en na de bocht kijk je weer ver vooruit.
De vergelijking met de (lange termijn) doelen is snel gemaakt. In de verte ligt het doel. De weg is het pad wat je aflegt om het doel te bereiken. Je ziet het liggen tot de volgende bocht. Wat zich daarachter bevindt kun je nog niet zien. De weggebruikers binnen de organisatie zijn de medewerkers, de teamleiders, de managers en de directie. En natuurlijk houdt je rekening met de klanten van de organisatie. Waar het gevaar vandaan komt? Dat weet je niet. En soms zie je dat ook niet aankomen. Net zoals ik de rendieren niet op de weg zag staan.
Soms zie je het niet 
Als je met de motor naar de Noordkaap wilt, heb je vanuit Nederland een lange weg te gaan. Dan is het niet zo verwonderlijk dat je gedachten wegdwalen en je op de automatische piloot rijdt. We waren in het noorden van Zweden. Lange, rechte wegen met af en toe een bocht. We kwamen bij een bocht. En vlak na de bocht stonden er 5 rendieren op de weg. Ik reed voorop, in gedachten. Ik zag ze niet. Tot ik een schreeuw via mijn oortje hoorde. Ik schrok, keek op en zag de rendieren staan.
Ik wist dat ik niet naar die beesten moest kijken, want waar je naar kijkt, daar rijd je tegenaan (echt waar). En tijdens de rijlessen heb ik ontelbare uitwijkmanoeuvres gemaakt. Speciaal voor dit soort situaties. Maar helaas. Ik was alle wijze lessen vergeten. Ik kon mijn ogen niet afhouden van het kleinste rendier dat midden op de weg stond. Ik kneep direct in de remmen. Gelukkig sprong het dier naar rechts en week ik een beetje uit naar links. We schampten elkaar. Maar bleven allebei overeind. Ik reed door. Met bonzend hart en het zweet in mijn handen. Dat was goed afgelopen.
Beter opletten
Als je je doel wilt bereiken, ben je soms zo gefocust of bezig op de automatische piloot, dat je niet meer oplet of de signalen mist. Als je dan niemand hebt die jou waarschuwt, dan maak je misschien fouten of stuur je niet op tijd bij, waardoor je je doelen niet haalt. Je kunt altijd nog hard op de rem gaan staan, zodat je de schade kunt beperken. Je kunt dat voorkomen door vaker om je heen te kijken of mensen op te zoeken die jou signalen kunnen geven.
Sinds ik bijna die aanrijding heb gehad, let ik beter op. Ik zorg dat ik elke anderhalf uur even pauzeer. Ik stop, ga van de motor af en spring wat op en neer om het bloed weer te laten stromen. Zo zorg ik ervoor dat ik alert blijf en mijn aandacht bij de weg en het verkeer houd.
Wat doe jij om je aandacht bij het bereiken van je (lange termijn) doelen te houden? Laat hieronder je reactie achter.
No comments yet.