Vorige week was ik bij een gemeente en sprak ik met de teamleider HR over verzuim. Het verzuim binnen gemeenten is, volgens de Personeelsmonitor 2016, 5,1%. Ik vroeg aan haar of het verzuim binnen haar gemeente ook boven de 5% lag.
Ze vertelde dat er de afgelopen twee jaar hard gewerkt was om het verzuim aan te pakken. De casemanager analyseerde elke maand de verzuimcijfers. Op basis daarvan benaderde hij persoonlijk de afdelingshoofden en teamleiders om te vragen wat het verhaal achter de cijfers was. Op basis daarvan stelden ze samen een plan van aanpak op om de verzuimende medewerker weer zo snel mogelijk aan het werk te krijgen.
Vasthouden van het resultaat
Ze vertelde dat deze aanpak heel succesvol was, want het verzuim was inmiddels teruggebracht naar 3,8%. De meldingsfrequentie was ook gedaald. Al met al een resultaat om trots op te zijn. En dat was de teamleider HR dan ook.
En wat ga je nu doen om dat resultaat vast te houden, vroeg ik haar. Ook daar hebben we over nagedacht, vertelde ze trots. We zijn een vitaliteitsprogramma gestart om ervoor te zorgen, dat medewerkers beter kunnen omgaan met werkdruk en zo voorkomen we dat het verzuim weer toeneemt. En hoeveel aanmeldingen heb je al, vroeg ik haar. Veel te weinig, was het antwoord. Ik had veel meer aanmeldingen verwacht. Weet jij hoe het komt dat er zo weinig aanmeldingen zijn?
Richt je op de positieve benadering
Jawel, zei ik. Je richt je met dit programma op de negatieve aspecten van het werk, namelijk omgaan met werkdruk en voorkomen van verzuim. Wat veel beter werkt is als je je richt op de positieve aspecten in het werk. Dat geeft energie. Hoe meer energie een medewerker heeft, des te beter hij bestand is tegen stress.
Je hebt op het werk te maken met zaken die energie vragen en zaken die energie geven. Zaken die energie vragen zijn bijvoorbeeld vaak gestoord worden in het werk, zware lasten tillen, conflicten met collega’s of werken met veeleisende burgers. Dit zijn de stressoren of energievreters van het werk.
De zaken die energie opleveren zijn onder meer ontwikkelingsmogelijkheden, uitdagend werk, een duidelijke werkrol, steun van collega’s en coaching door de leidinggevende. Dit zijn de energiebronnen van het werk. Onderzoek heeft aangetoond dat de energiebronnen de stressoren kunnen compenseren.
Maak het werk aantrekkelijk
Daarom, zei ik tegen de teamleider HR, zou je de aandacht niet moeten richten op het omgaan met werkdruk en voorkomen van verzuim, maar op het aantrekkelijker maken van het werk en de werkplek. Zo bouw je aan de vitaliteit en bevlogenheid van je medewerkers. En bevlogen medewerkers zorgen niet alleen voor minder verzuim, maar ook voor meer creativiteit, betere samenwerking en betere prestaties.
Bouw aan bevlogenheid
Wil je meer informatie of wil je weten hoe jij de vitaliteit en bevlogenheid binnen jouw organisatie kunt vergroten? Neem dan contact met mij op voor een oriënterend gesprek.
No comments yet.